Toegedicht

LIEFDESGEDICHT

Ongekende, onbeminde.
Onverwachte, ongezinde.
Onachtzame, ontluikte.
Ondraaglijke, ontbuikte.
Ontstemde, ontrukte.
Olfactorische, ver ongelukte.
Overgeleverde.
Achtergeblevene.
Ziehier geschudspierde taal:
Er is slechts één thee.

POLITIEK GEDICHT

Zal ik verzuilen?
Of een ander wervend idee?
Verteken, verkleur.
Taan, verschiet, verbeur.
Ga. Nee, blijf.
Verkleum, verstok, verstijf.
Denk. Nee, leef.
Lach, spring, beef.

TO BOLDLY GO

Mijn ziel, dat futiele punt in
deze bizarre keten der
onwaarschijnlijkheden, mijn
ziel tegen het licht.

Gramschap: haar bespaard, zo
drukken ons chirurgen op het
bezwaarde hart: affectloos
rest niets dan ondeelbaar nul.

Waar dan op getrapt? Ik
bestaat niet. Nu de wereld.

VAST EEN STELLING

Ik hoor hier niet
met al dat lawaai

NOOIT DEZELFDE
op M.’s derde verjaardag

Het bekijken doen we elkaar vaak en graag,
weze dat nooit recht in andermans spiegel.

Gezien jij slechts even op zicht kwam
beviel ons dus dubbelgelapte wrangte.

Spijts, in de groene hoek, valt die zotskap
mij gewel – ik blijf aller verkleedste partij.

Jij voorbij, wat is nog pover gemis?
Taalreten, woordkieren, stuk kind,

sloeg ik simpelweg mijn staf op de rots.
Maak mezelf sinds sterk dat ik het ben.

Nu. We kraken op jou, hartvrij. Neem:
dit verse bed witte tulpen en rode rozen.

IN PROGRESSIE

Wat ben ik waar het leven scharniert?
Eén (en al) onafgehandelde liefde, ja zeker.

Voorts?
Gedeelde som van intermediaire producten.

Bijster lichtgewichtige tussenbalans: boven-
matig begiftigd, vakkunstig uitgerangeerde.

Tot rest dit van onrust lillende membraan.
Zo iets als de moeite van een postkaart?

VRIJE TEKSTPRODUCTIE
voor Stefaan van den Bremt

Hey Heine, oppermier
met je beheuvelde park
aan de bavaarse hoftuin,
what’s in it for me?

Ik lees landschappen stuk,
ontwortel duisternis, zie je,
vervoeg vervolgens ook mezelf kapot,
alles naar de letter, zoals het hoort.

Minus jenige jubeljagerij, b.v.
me reeds blauwe ruiter wanend,
neem ik uitstekende schouders
van je aan. Hier in mijn vale cel.

Steeds, het blanke vel vol
vraagtekentaal. In een mum
met geheel ons aan de haal.
Onzeggens ompaarbaar.

POGING TOT EXISTENTIEBEWIJS
voor J.P.

1. Driewerf helaas

Straks weet ik van de wereld niet meer.
Diendaarenboven zal ik ooit nooit zijn
geweest, tot zelfs dit ooit is vervlogen.

2. Wat erger is

Half weg nog niet één antwoord dat bekoort.
Dus met zelfhulpgeroep op spitsroeden drijven.
Wee mij! Het leven. Het schrijven. Het kiezen.

3. Jij weer waar

Wijst onbevangen op hoe al wat moet zal blijven.
Opent blik kans: kijk, ga gelijk doodgemoederd
verder naar doorstart. Veranderen zal verliezen.

4. Bezinkend inzicht

Bedrieglijk aannemelijk. Bezwaarlijk verwezenlijk.
Onderhond haalt bovenhand? Wederkeer zonder meer?
Alles nu? Maar wat een paradijs. Waar waren we weer?