Kleine ode aan Koen Raes

Het neoliberalisme dat in de jaren 1980 om zich heen begon te grijpen, en ons vandaag onder de vorm van globalisering in de ban houdt, kan politiek worden geassocieerd met Ronald Reagan en Margaret Thatcher, economisch met Friedrich von Hayek en Milton Friedman, en filosofisch met Ayn Rand en Robert Nozick.

De te vroeg gestorven Gentse jurist en moraalfilosoof Koen Raes (1954-2011) wijdde er intussen 35 jaar geleden zijn boek Aan hen de keuze? Een kritisch essay over de ideologie van het neo-liberaal bezitsindividualisme (Masereelfonds, 1983) aan.

Naast de historische wortels van dit gedachtengoed schetst het met brede maar treffende stroken de maatschappelijke voedingsbodem voor de toenmalige steile vlucht ervan: Het vooruitgangsoptimisme van de jaren 1960 is weggedeemsterd, we leven op de economische puinen van het hoogkapitalisme uit de jaren 1970.

Concreet is de liberale charge gericht tegen de verzuilde verzorgingsmaatschappij, maar in de kern tegen elk collectief ethisch-politiek denken tout court. Zij staat daarentegen voor privatisering en belastingsverlaging, kortom voor een “slanke” overheid die zich enkel concentreert op haar basistaken in de sfeer van de openbare orde; hetgeen soms akelig dicht in de buurt van de anti-politiek komt.

Dit alles klinkt vandaag uiteraard niet nieuw, het kan integendeel bijna niet actueler zijn. Linkse auteurs blijven het (ook in ons taalgebied) aan de orde stellen. Zelden gebeurt dat echter op een manier die qua eloquentie en diepgang in de buurt komt van hoe Koen Raes het deed, nota bene met zijn neus nog op de zich ontwikkelende feiten. Een krachttoer.

Noot. Deze tekst werd op 7 maart 2018 gepubliceerd in de rubriek “Een kleine ode” op de blog Bij nader inzien,