Lichter

Waar waren we gebleven? Juist,
van stommelings doorboord gesternte
tot rond om eigen nevel niet gevonden.

In een baan om gedachten geslingerd
blijkt de schijn steeds feller tegenzittend,
een krap kostuum slechte operette gelijk.

Weet men? Wist ik het maar.
Is er iets? ’t Zal niet zijn zeker.
Wat moeten we? Kan het even.

Verder trekkend knapt het gedurig.
Kras, hoe blijgemutst vlammen dansen.