Meer nieuwe bezems

Niet dat het tot nog toe het geval was (en niet dat zoiets hoeft), maar een toekomst achter de ivoren muren van mijn beschutte werkplaats lijkt niettemin steeds minder zeker. Aanleiding van dit stukje: de berichtgeving deze ochtend in De Standaard, over alweer een nota van de minister van onderwijs, “bedoeld als stof tot nadenken, aan de hand van illustraties”. Evenwel, zo vervolgt het artikel: “Die illustraties zijn akelig concreet. Vooral de Vrije Universiteit Brussel (VUB), met enkele zeer dunbevolkte opleidingen, wordt in het vizier genomen”. In zijn betoog en beleid schemert zelfs door, en dat eigenlijk al jarenlang, dat ere-tsjeef Frank Vandenbroucke de VUB op termijn liefst helemaal zou zien verdwijnen. Synergieën onder Gentse of Leuvense vlag, weet je wel.

Gek genoeg komt de opleiding wijsbegeerte daarbij vooralsnog niet uitdrukkelijk ter sprake. Gek genoeg? Tja, ik ga de excellentie uiteraard niet op ideeën brengen, dus inhoudelijk doe ik er wat dit betreft het zwijgen toe. Ideologisch houdt deze stilte echter wel steek: aan de levensbeschouwelijke onderbouw van het “vrije” onderzoek kan niet zomaar getornd, dat zou de essentie van het project vroegtijdig op de helling plaatsen. De vraag kruipt hier niettemin tergend traag langs onze niet eindeloze broekspijpen omhoog: is dit meer dan een cosmetisch ontzag met nakende versheidsdatum? Waar zijn ze immers, de horden vrijzinnige en/of Brusselgezinde (top)politici, als het op de verdediging van de hoofdstedelijke Vlaamse universiteit aankomt? We zien of horen ze niet.

Afsluitende bedenking, met de nuchter commentariërende, essentiële woorden van Guy Tegenbos, zelfde krant vandaag: “De helft van alle visitatierapporten over ons hoger en universitair onderwijs bevat dezelfde analyse: de opleidingen zijn nog van een behoorlijk niveau omdat docenten en assistenten zich te pletter werken, maar in de grond zijn die met te weinig om het onderwijsveld goed te bestrijken en om daarnaast nog onderzoek te verrichten dat internationaal op niveau staat”. Te weinig, niet te veel. Is een rationalisatiecommissie (sic) hierop werkelijk het goede antwoord? Ik wordt stilaan een beetje moedeloos en intens triest van zoveel management-retoriek in een sector die het -zoals de verzorging- bovenal van de menselijke gulheid zou moeten hebben. Maar ach, zoals mijn spaarzame grootmoeder ons hardnekkig voorhield: een Frank is een Frank. En deze blijft een betweterig socio-economisch adept van Teflon Tony, nietwaar?